Ik las op Twitter dat de totale leegverkoop al was begonnen en stuurde dit bericht door naar mijn zussen. Er werden wat huilende smileys over en weer gewhatsappt, maar de volgende dag was zusje D. nog niet terug uit haar werk, of ze vroeg al: "Zeg, Iels, zullen we even bij Zijzoen gaan kijken of er nog iets leuks tussen zit?"
Wij waren niet de enigen met dit idee. Waar ik de laatste tijd meestal de enige klant was, wanneer ik de winkel binnenliep, was er nu sprake van een stormloop. Alle leggings, driekwartsbroeken en birkenstocks uit de stad hadden zich verzameld en waren massaal als ware aasgieren afgekomen op de winkel, waar ze waarschijnlijk sinds de opening - met gratis hapjes - niet meer binnen waren geweest. Met een Zeemantasje in de hand, een scrunchie in het haar een een tijgertattoo op het been kamden ze de kledingrekken uit. Het bordje 'maximaal 3 kledingstukken tegelijk passen' werd vakkundig genegeerd, waardoor ik voor het eerst in al die jaren in de wachtrij moest staan voor de pashokjes.
Ik vond het enorm triest voor het personeel. Waar ze de afgelopen maanden waarschijnlijk amper iets te doen hadden, moesten ze nu de benen onder hun lijf uit lopen om alle 'Meh, deze hoef ik toch niet. Deze ook niet. Deze was te groot. Die was te klein. Enz. Enz.' weer terug in de rekken te hangen. Terwijl ze dat deden, beantwoordden ze ook nog eens geduldig alle vragen, variërend van "Vanaf wanneer staan jullie nu op straat?" tot "Nu mag ik de kledinghangers er zeker ook wel bijhebben, hè?".
Natuurlijk snap ik ook dat mensen op zoiets afkomen. Ramptoerisme en koopjes jagen zit bij ons Nederlanders nou eenmaal in het DNA. Ik stond nota bene zelf ook spijkerbroeken voor de helft van de helft te passen. Even later liep ik met een tasje met daarin een als-ik-nog-twee-kilo-afval-zit-hij-perfect spijkerbroek voor slechts €35 de winkel uit, maar wel op een paar stijlvolle sleehakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten