vrijdag 22 juli 2011

Ik wou dat...

… ik een magische koffer (à la Harry Potter) had waar de inhoud van mijn gehele kledingkast in past. Dat zou een hoop tijd schelen die ik nu kwijt ben met piekeren over wat ik wel en niet mee moet nemen voor die ene week vakantie. En in die tijd kan ik dan weer nuttig besteden met shoppen.

… ik een keer naar een film kon kijken zonder te huilen. Wel zo charmant wanneer je een date hebt.

… leggings met tijgerprint verboden werden. En witte leggings. En leggings met een kantrandje.

… ik maatje 36 had en toch de hele dag Ben & Jerry’s kon eten. Of -nog beter-: After Eight-ijs.

… ik voor mijn 18e verjaardag een gele Mini Cooper met zwart dak had gekregen. (Pap, mocht je dit lezen, voor mijn 20e verjaardag mag ook nog wel).

… ik het haar van Kate Middleton had. En de kont van Pippa.

… kantoortijden van 8 tot 5 verboden waren. 11 tot 3 lijkt mij veel geschikter (voor 11 uur ben ik toch nog niet wakker en na 3 uur ben ik al weer aan het bedenken wat ik ’s avonds ga doen).

… ik een beetje fatsoenlijk kon zingen, zodat niet iedereen gillend weg zou rennen als ik zing onder douche/Singstar speel/met de radio meeblèr.

ik een vriendje vond dat aan al mijn eisen voldoet.  ik niet zo kieskeurig was.

… mijn vader de baas van de M&M’s-fabriek was. En de Manolo Blahnik-fabriek. En de Ben & Jerry-fabriek zou ook leuk zijn.

… het altijd slecht weer is in Nederland wanneer ik op vakantie ben. Je ligt altijd net wat lekkerder in je strandstoel wanneer je hoort dat het thuis 12 graden is, non stop regent en er hagelstenen ter grote van skippyballen vallen.

… ik zo’n lamp met een geest à la Alladin vond, zodat ik al deze wensen in vervulling kon laten gaan.

dinsdag 19 juli 2011

Mijn eerste...

Op de radio hebben dj’s het vaak over het magische moment waarop ze hun eerste singeltje gingen kopen van hun eigen zakgeld. Ik herinner me dit moment eigenlijk niet. Ik gok dat mijn eerste singeltje van Aaron Carter (de Justin Bieber van toen) was. Maar ik weet het niet zeker, het kan net zo goed het nieuwste liedje van de Spice Girls geweest zijn. Of de Vengaboys (nog fouter).

Wat ik me echter wel herinner is het eerste paar schoenen dat ik zelf van mijn eigen zakgeld kocht. Dat moment heeft veel meer indruk gemaakt op mij dan een singeltje van een of andere popgroep met de briljante tekst ‘Boom boom boom boom, I want you in my room’. Zelfs toen was ik blijkbaar al een shoeaholic.

Ik heb het over ongeveer acht jaar geleden. Tot die tijd kreeg ik van mijn ouders twee paar schoenen per jaar. Heel degelijk: 1 paar voor de zomer, 1 paar voor de winter. Als ik geluk had, lag er op zolder nog een oud paar schoenen van mijn zus die ik bleek te passen. Maar meestal was mijn zus nooit zo zuinig op haar schoenen (dat is ze overigens nog steeds niet) en moest ik het dus doen met die twee paar schoenen.

In de brugklas ging er een wereld voor me open. Ik begon me te beseffen dat het mogelijk was om meer dan twee paar schoenen te hebben. Dit besef kwam mede doordat ik iedere avond (stiekem tijdens het maken van mijn huiswerk) naar de herhalingen van Sex and the City op Net 5 keek. Mijn moeder was alleen niet zo gek om al die extra schoenen voor mij te kopen. Er zat dus niets anders op; ik moest sparen.

Aan het eind van de brugklas (ik was niet zo goed in sparen, maar rapportgeld bleek een uitkomst) had ik eindelijk genoeg geld bij elkaar. Ik heb toen in de uitverkoop mijn eerste echte eigen paar schoenen gekocht. Ze kostten 40 euro, toentertijd een vermogen. Het waren zwarte ballerina’s met witte veters die je rond je enkel moest wikkelen. De woorden ‘mega hip’ en ‘vet cool’ waren van toepassing. Tegenwoordig zijn ze niet bepaald stijlvol meer te noemen, maar daar gaat het nu niet om.

Waar het wel om gaat is dat iedereen zijn eigen kostbare herinneringen heeft aan allerlei eerste keren (en nee, viespeuken, ik bedoel niet “dat”). De een heeft een passie voor muziek en bewaart voor altijd zijn eerste singeltje. De ander was fan van Aaron Carter en houdt van schoenen. Ieder zijn ding.

zaterdag 9 juli 2011

Schrijf jezelf gelukkig

Gelukkig zijn lijkt zo simpel, maar zie eerst maar eens gelukkig te worden. Er zijn ontelbaar veel zelfhulpboeken op de markt, die allemaal lijken te weten hoe je een mens gelukkig maakt. Mijn ervaring is dat al die boeken met hun gekke stappenplannen niet werken. Naja, eigenlijk is ervaring niet het goede woord. Ik ben er eigenlijk nog nooit mee begonnen (en daardoor werken die boeken dus automatisch al niet). Als je alleen de achterflap leest lijkt zo’n boek veelbelovend, maar dan sla je hem open en komen er opdrachten als “vertel voortaan iedereen eerlijk wat je van hem of haar denkt”. Ja doei, en dan voortaan door het leven gaan als die arrogante trut die denkt dat ze beter is dan iedereen? Ik geloof niet dat ik daar nou gelukkig van wordt. Wat ik dan wel doe? Ik schrijf. Daar kun je ook gelukkig van worden (zonder gekke stappenplannen).

Een decaan op de universiteit gaf mij ooit de opdracht om elke dag mezelf een compliment te geven. Deze moest ik dan opschrijven, zodat ik ze later na kon lezen en dan trots op mezelf kon zijn. In eerste instantie vond ik dit maar een belachelijk idee. Ik wist echt niet waar ik mezelf complimentjes over moest geven, dus schreef ik onbenullige dingen als “Goed zo, Ilse, je studentenkamer is na drie maanden nog steeds bewoonbaar en er groeit nog altijd geen schimmel aan de muur”. Of “Wat goed dat je vandaag groenten hebt gekookt én ook nog eens hebt opgegeten.” Toch bleek dit te werken, gewoon omdat ik iedere dag even stond bij het feit dat ik iets goed deed en dus geen complete mislukking was. Wie wil dat nou niet? Dus, mijn tip aan iedereen die een beetje in de put zit: schrijf iedere dag een complimentje voor jezelf op.

Wat ook altijd enorm oplucht, is om je zorgen van je af te schrijven. Gewoon even ’s avonds al je frustraties op papier zetten. Je hoeft echt niet te beginnen met “Lief dagboek, vandaag…”. Nee, schrijf gewoon wat je wilt schrijven. En schrijf lekker niet wat je niet wilt schrijven (soms is het leven zo makkelijk). Gegarandeerd dat je daarna veel lekkerder slaapt. Tip: vergeet niet je notitieboekje zorgvuldig op te bergen, anders ga je straks alsnog door het leven als ‘die arrogante trut die denkt dat ze beter is dan iedereen’.

Ook bloggen kan een heerlijk gevoel geven. Hoewel je hier minder vrij bent om zomaar alles te schrijven dan in een dagboek, kan het posten van een blog ook enorm opluchten. En bovendien, hoe leuk is het om te weten dat er mensen zijn die trouw jouw blog (vrijwillig) lezen? Ik word altijd echt enorm blij als ik de bezoekersaantallen omhoog zie gaan en als ik complimentjes en leuke reactie krijg op mijn blog.

Het liefst zou ik nu zeggen: ‘Succes gegarandeerd!’. Maar dat doe ik maar niet, aangezien ik nog nooit een psychologieboek heb gelezen en dus bij lange na geen Dr. Phil ben. Voor geluk is vast wel iets meer nodig dan schrijven alleen. Maar als schrijven kan helpen, dan is het de moeite van het proberen waard, toch?

Deze blog verscheen eerder op Digiholics.