zondag 26 juli 2015

'Hij laat me dromen'

Terwijl we naar de auto lopen, pakt hij ineens mijn hand. De onverwachte aanraking zorgt ervoor dat mijn hart een sprongetje maakt. Voor een buitenstaander lijkt het misschien slechts een simpel en klein gebaar, maar wij weten allebei dat het fout is. En toch doen we het.

Hoe we hier beland zijn, weet ik eigenlijk niet. Het maakt me ook niet zoveel uit. Ik ben hier samen met hem - eindelijk - en dat is het enige wat telt. Iedere zenuw in mijn lijf tintelt en ik geniet van zijn heerlijke geur, nu hij zo dichtbij is. Hand-in-hand lopen we verder in een moment dat van mij voor eeuwig mag duren. Want zodra het voorbij is, zal het nooit meer terugkeren.

Hij zegt iets waardoor ik moet lachen. Ik houd van de manier waarop dat hem telkens lukt. Hij maakt me vrolijk. Hij laat me dromen. Hij doet me geloven. Zou hij zich daar ook bewust van zijn? Zou hij weten wat hij met me doet?

Dan drukt hij zachtjes een kus op mijn haar. Wederom een simpel en klein gebaar, maar het is veel meer dan ik ooit van hem had verwacht. Had durven hopen. Verbaasd kijk ik naar hem op. Onze ogen ontmoeten elkaar en ik houd zijn blik vast. Die verraadt dat we beiden hetzelfde willen. Hetzelfde voelen.

We zijn opgehouden met lopen. De tijd lijkt automatisch te vertragen. We kijken elkaar nog steeds aan. Vertwijfeld en hunkerend tegelijkertijd. Hoe kan iets dat zo goed voelt tegelijkertijd zo fout zijn?
'We kunnen hier niet zomaar in een parkeergarage gaan staan zoenen,' verbreekt hij de stilte.
'Ik weet het,' zucht ik, terwijl ik aan zijn leven denk. In zijn leven - compleet met huisje, boompje, beestje - is geen ruimte voor mij. Hij en ik, het kan echt niet. We zouden te veel verwoesten. En toch... 'Maar ik wil het wel,' voeg ik er voorzichtig aan toe.

Dan gebeurt het. God weet hoe vaak ik al van dit moment gedroomd heb, maar nu is het eindelijk hier. Hij kust me. En hij kust me niet zomaar. Het begint zachtjes en verkennend, maar al snel word ik tegen de eerste de beste auto geduwd en spatten de vonken eraf. Deze kus is beter dan elke andere kus die een eenzame bewakingscamera ooit heeft mogen vastleggen. Van deze kus kunnen Wesley en Yolanthe nog iets leren.

Terwijl mijn vingers zich in zijn haar verstrengelen, vinden zijn handen hun weg onder mijn shirt. Zijn aanraking van de blote huid van mijn rug doet me sidderen.

Dan ineens klinkt er een harde gil, gevolgd door luid gevloek en getier van een bekende stem. Daar staat ze. Geen flauw idee hoe ze ons hier heeft gevonden, maar ze heeft alles gezien. Er is geen ontkomen meer aan en het gelukzalige gevoel van zojuist is vervangen door angst. Angst voor wat komen gaat. Ik voel de adrenaline opborrelen, glip tussen hem en de auto vandaan en zet het op een rennen.

Ik sprint harder dan ooit tevoren. Waar ik heen ga, weet ik niet, maar ik ren naar buiten, de straat op. Ik moet wel rennen, om de verschrikkelijke gedachten die ik anders zou hebben, te verdringen. Ik ren totdat ik niet meer kan. Ik ren totdat ik compleet bezweet en buiten adem... ineens rechtop in bed zit.

7 opmerkingen:

  1. Oh, ben je er zo eentje! Beetje mannen van anderen afpakken :P
    Erg goed stuk!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ho wacht, het is maar een verhaaltje. En het mooie daarvan is dat ze niet op werkelijkheid hoeven te berusten.

      Verwijderen
    2. 't Zou de wereld wel spannender maken als het geen fictie was.

      Verwijderen
  2. Wat een droom! En wie was 'ze'? Zijn vriendin/vrouw? =o

    BeantwoordenVerwijderen